De koraal-eilanden: fragment uit het dagboek van een natuuronderzoeker
Charles Darwin
Charles Darwin
De koraal-eilanden: fragment uit het dagboek van een natuuronderzoeker / De Aarde en haar Volken, 1875
DE KORAAL-EILANDEN.
FRAGMENT UIT HET DAGBOEK VAN EEN NATUURONDERZOEKER
In 1838 ondernam het engelsche schip de Beagle, onder de bevelen van den kapitein Fitz-Roy, eene reis rondom de wereld, waaraan ook deelgenomen werd door den sedert zoo bekend geworden natuuronderzoeker Charles Darwin, die zich hoofdzakelijk de bestudeering der geologische gesteldheid en van het dieren- en plantenrijk der verschillende landen ten doel had gesteld. Na zijne terugkomst, gaf deze, in den vorm van een dagboek, een reisverhaal uit, waarin hij de uitkomsten zijner onderzoekingen mededeelde, en dat al aanstonds de aandacht der geleerde wereld tot zich trok, niet enkel door de nieuwheid der waarnemingen zelven, maar vooral ook door de verrassende gevolgtrekkingen, waartoe Darwin, langs den weg van analyse en onderlinge vergelijking der feiten en verschijnselen, kwam. Aan dit reisverhaal van den beroemden geleerde, die een zoo grooten invloed heeft uitgeoefend niet alleen op de ontwikkeling der natuurwetenschap, maar ook op de geheele wereldbeschouwing onzes tijds, ontleenen wij het volgende fragment.
I
Den 1
April kregen wij het eiland Keeling of het Kokoseiland, ongeveer tweehonderd-veertig mijlen van de kust van Sumatra verwijderd, in het gezicht. Dit eiland behoort tot de zoogenaamde attols of koraal-eilanden, even als die van den Low-archipel, waar wij langs gevaren waren. Nauwelijks had het schip den ingang van het kanaal tusschen de kust en het rif bereikt, of een der bewoners van het eiland, een Engelschman, de heer Lisk, kwam bij ons aan boord, en vertelde ons in weinige woorden de geschiedenis der kolonie. Ongeveer negen jaren geleden, had iemand van tamelijk verdachte reputatie, een zekere Mr. Hare, een honderdtal maleische slaven, met inbegrip van de kinderen, derwaarts overgebracht. Kort daarop vestigde kapitein Ross, die twee jaren vroeger deze streken had onderzocht, zich met zijn gezin op het eiland; de heer Lisk, luitenant ter zee, vergezelde hem. De maleische slaven verlieten onmiddellijk hun eilandje en voegden zich bij de lieden van den heer Ross; hunne desertie dwong den eersten volkplanter, den heer Hare, tot verhuizen.
De Maleiers, tegenwoordig vrij verklaard, zijn ook inderdaad geen slaven meer, hoewel zij in sommige opzichten nog als zoodanig behandeld worden. Hunne doorgaande ontevredenheid, hunne wispelturigheid, die hen noopt voortdurend van het eene eiland naar het andere te trekken, misschien ook de fouten der bestuurders, zijn oorzaak, dat de toestand der kolonie over het algemeen verre van bevredigend is. Varkens zijn de eenige huisdieren die op het eiland gevonden worden, welks geheele handel en welvaart uitsluitend afhankelijk is van zijn voornaamste voortbrengsel, den kokospalm. De uit de noten geperste olie wordt uitgevoerd; de vruchten zelve worden naar Singapore en Mauritius verzonden, waar zij hoofdzakelijk tot de bereiding van kerry gebruikt worden. Eenden, kippen, varkens voeden zich met kokosnoten; zelfs eene kolossale landkrab heeft van de natuur de noodige middelen ontvangen om deze vrucht te openen en het merg te eten.
De breede gordel van koraalriffen, die de dusgenaamde lagune omsluiten, is bijna over den ganschen omtrek bezet met een krans van zeer kleine, smalle eilandjes, die ten noorden, onder den wind, een doortocht open laten, waardoor de schepen op de reede kunnen komen. Zoodra ge de lagune zijt binnengevaren, wacht u een verrassend schoon schouwspel. Het kalme, heldere, doorschijnende, ondiepe water laat den witten, effen, fijnen bodem zien. De zon schiet haar stralen loodrecht neder op dezen reusachtigen kristallen spiegel, en kleurt de wijde oppervlakte met het prachtigste groen; een gordel van helderwit, schitterend schuim scheidt dezen heerlijken vijver van de zware, donkere golven van den oceaan; en de sierlijke bladerkronen der kokospalmen, op de eilandjes verspreid, zich